‘Als een huisarts eenmaal gewend is aan een praktijkmanager kan deze vaak niet meer gemist worden’
Ze zijn de smeerolie van menig praktijk, het duizend-dingen-doekje dat alles optimaal laat functioneren en menig huisarts kan de manager niet meer missen als hij/zij eenmaal haar/zijn intrede gedaan heeft in de praktijk. De manager regelt alle niet-medische zaken in een huisartsenpraktijk. En vaak gebeurt dat zo optimaal, zo efficiënt, dat daardoor een arts meer tijd kan steken in -waarvoor hij is opgeleid- patiëntenzorg.
Miranda Verleun is een praktijkmanager. Ze managet momenteel drie praktijken die in (tijdelijke) eigendom of beheer zijn bij SHT-THOON. En dat is een hele leuke klus. ,,Je moet wel flexibel zijn en snel kunnen schakelen. Dat gaat bij mij moeiteloos,’’ bekent Verleun. ,,In veel situaties kan je echt het verschil maken. Een praktijk beter laten functioneren. Dat is het mooie van het werk. Belangrijk is dat de taken en kaders van de praktijkmanager helder zijn. Dat zorgt voor eigenaarschap en vergroot enorm de betrokkenheid. En daarmee het comfort voor de arts.”
Volgens Verleun laten praktijkmanagers zich in drie categorieën onderscheiden. 1. De doktersassistent die is doorgegroeid tot praktijkmanager en operationele taken heeft, 2. De manager die meer tactische vaardigheden heeft en die werkzaam is in bijvoorbeeld een gezondheidscentrum, 3. De strategisch onderlegde manager die vooral ook overstijgend kan denken, kijken en werken.
Praktijkmanager Miranda Verleun regelt de gang van zaken binnen drie huisartsenpraktijken in de regio.
Een praktijkmanager moet kunnen meebewegen
,,Huisartsen zien in toenemende mate het belang van de praktijkmanager. Ze willen doen waarvoor ze zijn opgeleid, zorg bieden aan patiënten. Daar gaat vaak zoveel tijd in zitten dat er geen tijd meer overblijft voor de managementtaken die nou eenmaal ook horen bij praktijkhouderschap. En je ziet steeds vaker dat huisartsen ervoor kiezen meer balans te willen tussen werk en privé. Dan kan ondersteuning echt de broodnodige dobber zijn waar de praktijk op drijft. En dat het niet altijd makkelijk is, weet Miranda. Pas nog werd een huisarts ziek. Corona. Omdat het de verantwoordelijkheid is van de praktijk om de continuïteit van zorg te borgen is dat wel even peentjes zweten want deze huisarts zou ook een nachtdienst draaien. Gelukkig is het gelukt. Eigenlijk sta ik in die zin ook buiten mijn werkuren aan en houdt alles voortdurend in de gaten.”
Verleun erkent dat haar kracht is dat ze flexibel is in haar functie. Dat ze moet meebewegen met wat er van haar wordt gevraagd. Ze managet/beheert op dit moment drie praktijken. Huisartsenpraktijk Bleekhofstraat en huisartsenpraktijk Madioenstraat in Enschede en praktijk Hesselink in Borne. De praktijk in Borne is tijdelijk in beheer van THOON, de Twentse Huisartsen Onderneming Oost Nederland. THOON is hiervan geen eigenaar. In deze praktijk verdeelt ze de taken met een collega praktijkmanager.
De praktijk aan de Bleekhofstraat is in (tijdelijke) eigendom van THOON. De voormalige praktijkhouder was al vele jaren op zoek naar een opvolger omdat ze een grote wens had om minder te werken en meer tijd privé door te brengen. Deze huisarts is nu geen praktijkhouder meer, maar in dienst van de praktijk gekomen. Zij is nu een soort mentor voor de waarnemers die ook in de praktijk werken en mogelijk op termijn praktijkhouder willen worden. “Warmer kan je de overdracht niet krijgen”.
Ook de praktijk aan de Madioenstraat is in (tijdelijke) eigendom van THOON. De voormalige praktijkhouder is met pensioen gegaan.
,,En dat werd ook hoog tijd,’’ lacht Miranda. ,,Niet omdat de zorg niet goed was. Integendeel, maar deze arts was al zo lang op zoek naar opvolging en ging maar door. Soms moet je ook een beetje zuinig op jezelf zijn.”
Beide praktijken worden vitaler gemaakt onder leiding van Miranda. Dat wil zeggen dat de praktijken aangepast worden aan de wensen van toekomstige praktijkhouders. We hopen beide praktijken binnen enkele jaren weer over te dragen. Het borgen van continuïteit van medische zorg, zorgdragen dat alle ingeschreven patiënten een huisarts bleven houden, was onze drijfveer om deze best wel spannende exercitie aan te gaan.
Net als onder huisartsen is ook onder de praktijkmanagers niemand hetzelfde. Dat geldt ook voor de taken die aan de manager worden gedelegeerd. Het is ook maar net waar de affiniteit van de huisarts zelf ligt. Huisartsen moeten vooral blijven doen waar ze goed in zijn én waar ze energie van krijgen. Sommige huisartsen laten alles aan de manager over behoudens uiteraard de patiëntenzorg.
,,Da’s best een klus. Want naast veel praktische zaken binnen een praktijk regelen praktijkmanagers vaak ook waarnemers of vervangend personeel bij ziekte bijvoorbeeld. Met de huidige personeelskrapte betekent dat veel bellen, mailen, netwerken, en rondvragen. De diensten moeten immers wel worden ingevuld. Uiteindelijk lukt het vaak wel, maar het is lang niet altijd makkelijk. Maar ook automatiseringsvraagstukken, de inkoop van spullen, het aanhaken bij belangrijke netwerken, contacten met zorgverzekeraars. Het is veelomvattend en zeer divers. Echt een hele leuke baan,” lacht ze.
In Borne was het deze zomer een hele uitdaging om het artsen- en assistentenrooster rond te krijgen. Het is gelukt en de huidige vaste waarnemers hebben aangegeven de praktijk te willen overnemen. Hoe mooi is dat! Weer een zorg minder voor Miranda.
Managementtraining LHV
Ze ziet een kentering. ,,In de huisartsenopleiding was niet veel aandacht voor managementtaken. Gelukkig wordt dat nu beter.”
De artsen die de training ‘Praktijkstart’ van de LHV, de Landelijke Huisartsen Vereniging, hebben gevolgd laten zich snel vinden. Ze stellen allemaal een manager aan om een overschot aan taken over te laten aan deze medewerker. Belangrijk is dat iedereen doet waar hij goed in is én plezier in heeft. Dan zie je een praktijk vaak opbloeien. Er is vertrouwen in elkaars capaciteiten en de huisarts kan dan veel makkelijker zaken loslaten. Dat is goed voor de werk-privé balans en geeft rust. Een praktijkmanager is dan onmisbaar.