Dat vroegen we Marten Berghuis. Een vaste waarnemer die onder andere veel in Boekelo waarneemt. In de huisartsencolumn van het lokale krantje namen ze al een aantal keren afscheid van hem. Maar hij blijft terugkomen. Zo vaak zelfs dat de patiënten hem als vertrouwd gezicht zien.
Het bloed kruipt
Marten woonde 21 jaar in Utrecht en was daar van 2007 tot 2015 apotheekhoudend praktijkhouder. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan. De van oorsprong uit Den Ham komende Marten wilde terug naar het oosten. Waar zijn vader dierenarts was, z’n opa huisarts en diens vader trouwens weer dierenarts. Marten vertrok voor zijn studie in 1994 naar Utrecht en rolde via assistentschappen de huisartsgeneeskunde in. De brede kijk daarin sprak hem aan. Alles leuk vinden karakteriseert hem en is ook wel een valkuil trouwens.
Heimwee
Hij startte in een kleine praktijk, die vervolgens groter werd en verhuisde naar een gezondheidscentrum. Maar hij kreeg heimwee, had z’n taak in de praktijk voor z’n gevoel volbracht en het toekomstperspectief van nog 30 jaar hetzelfde doen beangstigde hem steeds vaker.
Echte ziektebeelden
Terug naar het oosten dus. Woonplaats Almelo. En starten als waarnemer. Zo kwam hij ook in Boekelo terecht. Opnieuw in een apotheekhoudende praktijk. Ondertussen rondde hij een halve MBA af, omdat het zorgoverstijgende aspect en het managen hem aansprak. Tijdens z’n eerste dienst op de post in Oldenzaal schrok hij. Van de pathologie die hij zag. Ernstige ziektebeelden waar men al een tijdje mee rondliep en die spoedig behandeling nodig hadden. Geen wissewasjes maar grove pathologie die niet kan wachten tot de volgende dag. Mensen wachten hier het beloop eerst af i.p.v. in een vroeg stadium naar een dokter te gaan. Want laten we wel eerlijk zijn; veel gaat vanzelf over, zonder tussenkomst van een dokter. Hier heerst een andere mentaliteit. Mensen wachten hier het beloop eerst af. ‘
Prettig doktoren
‘Ik zeg ook altijd tegen mensen in de Randstad dat het hier veel prettiger ‘doktoren’ is. Mensen staan dichter bij natuur en zijn veel geduldiger. Ook in het diagnostische proces. Je krijgt eigenlijk nooit de vraag of het niet wat sneller kan. En ook de huisartsen onderling gaan anders met elkaar om. Ik heb in het westen ook wel in een huisartsenvereniging gezeten. Maar daar kreeg je nooit iedereen met de neus dezelfde kant op. Toen ik hier kwam, hoorde ik dat ze bij de FEA allemaal eenduidig handelden. Het zogenaamde ‘noaberschap’ zit niet alleen bij de patiënten, maar ook heel duidelijk bij de huisartsen. En als je als je dichter bij elkaar staat, heb je ook meer voor elkaar over. Je bent veel meer geneigd om elkaar uit de brand te helpen. Ik zeg hier dus veel eerder ‘ja’ tegen een waarneming, terwijl ik daar misschien wel eigenlijk geen tijd voor heb.’
The proof of the pudding
‘Zelfs toen ik voor een project tijdelijk terug was in Utrecht bleef ik hier waarnemen. Dan maar af en toe een nachtje in een hotel. Het samen doen, dat is heel belangrijk. Ook tussen waarnemers en praktijkhouders. Je wordt gewoon snel opgenomen in de groep, erg fijn. Mensen vragen wel eens of het geen cultuurschok voor mij is. Maar ik kom hier vandaan. Dus dat heb ik niet. De cultuur is wel echt anders maar zo prettig! Dus ik raad artsen die overwegen naar Twente te komen ook aan om het zelf eens te ervaren. ‘The proof of the pudding is in the eating’. Probeer het gewoon. Hier is nog gezonde lucht, stilte en duisternis. Dat is toch prachtig. En voor iedereen goed.’
Ook waarnemen in Twente?
Neem contact op met 088-5551144