De zoektocht naar een opvolger levert veel praktijkhouders hoofdpijn op. Het aantal huisartsen dat als praktijkhouder werkt neemt namelijk al jaren af. Wendy Nijhuis besloot om na zes jaar waarnemen de praktijk van Yvonne Schilthuis in Oldenzaal (deels) over te nemen. Hoe verloopt zo’n overnameproces? En waarom zou je kiezen voor het praktijkhouderschap?
Vanaf het moment dat Wendy mede-praktijkhouder is, voert ze andere gesprekken met dezelfde patiënten. De vertrouwensband is een stuk sterker, waardoor ze meer diepgang ervaart. Maar niet alleen vakinhoudelijk is haar werk in positieve zin veranderd. Ook als ondernemer bloeit ze op. Ze heeft veranderingen doorgevoerd op het gebied van ICT en telefonie. De aansturing van assistenten gaat nu anders. En ze heeft de verhuisplannen aangezwengeld.
“Wendy deed in het begin nog gewoon haar werk, zoals ze dat eerder als waarnemer deed”, vertelt Yvonne, de huisarts van wie Wendy de praktijk deels overneemt. “Maar we hebben haar echt zien veranderen. Ze liet steeds meer haar stem horen in vergaderingen. Kwam vaker met veranderplannen. Haar frisse blik en ideeën zijn erg fijn. Niet alles hoeft te blijven zoals het was.”
Praktijkhouderschap: bewuste keuze
Met Wendy heeft Yvonne één van haar twee opvolgers gevonden. Dat proces verliep heel natuurlijk. Wendy zette als huisarts in opleiding in 2011 de eerste stappen in de praktijk van Yvonne, die onder één dak zit met de praktijk van Frank Greeven in het gezondheidscentrum Vivaldi in Oldenzaal. Na haar opleiding is ze in beide praktijken één dag gaan werken als waarnemer. Na zes jaar koos ze bewust voor het praktijkhouderschap.
“Als waarnemer voeg je je naar de gang van zaken in een praktijk”, zegt Wendy. “Als praktijkhouder ben je niet alleen huisarts, maar ook ondernemer. Je kan zelf bepalen hoe je dingen organiseert. En er horen allerlei extra verantwoordelijkheden bij, zoals personeelsgesprekken, werkklimaat en visieontwikkeling.”
Zelfde visie
Met Yvonne en Frank trof ze twee huisartsen met een visie die aansluit bij die van haar. “We gaan uit van ons eigen werkplezier. Ik word bijvoorbeeld niet gelukkig van vijf dagen patiëntenzorg in de praktijk. Ik vind de praktijkvoering erg leuk, net als het meedenken over de toekomst van de zorg en de eerste lijn in de regio. Mede daarom heb ik een wekelijks vrouwenspreekuur als kaderarts urogynaecologie, voor horizontale verwijzingen. Van collega huisartsen is de eerste reactie vaak: je moet eigenlijk wel fulltime als generalist werken. Ik denk dat het goed is dat er huisartsen zijn met nevenfuncties. Samen staan we voor een sterke eerste lijn en zo benut je ieders talenten.” Yvonne: “Als je bewust keuzes maakt in de balans tussen werk en privé, houd je jezelf gezond. Daarmee geven we ook direct het goede voorbeeld.”
Ze lopen wat dat betreft graag een beetje voor de troepen uit, zegt Yvonne. “We hebben al een lange tijd een vijftien minuten spreekuur. In het begin werden we daar gek op aangekeken en kregen we kritiek. Maar dat is het mooie aan het praktijkhouderschap: we bepaalden dat zelf, want wij vonden het beter én leuker. Hetzelfde gebeurde met het vrouwenspreekuur van Wendy. Eerst was er argwaan, nu zijn patiënten en andere huisartsen enthousiast.”
Daling praktijkhouders
Dat het zo klikt, is natuurlijk het ideale scenario als je op zoek bent naar een opvolger. Maar dat is niet alle huisartsen gegeven. Het aantal huisartsen neemt al tien jaar toe (van 10.000 naar 13.000), maar het aantal praktijkhouders daalt juist sterk. Van alle huisartsen was in 2022 nog maar 47 procent praktijkhouder. Tien jaar eerder was dat nog 68 procent.
Wendy en Yvonne maken zich enigszins zorgen over die trend. “Zowel waarnemers als praktijkhouders doen belangrijk werk, maar er moet een goede balans zijn”, zegt Yvonne. “Wat je merkt is dat het nu doorslaat naar het waarnemen.” Wendy: “Het is in mijn ogen vooral zonde als je een hele carrière blijft waarnemen. Door te wisselen van werkplek mis je echt een heel leuk stuk, wat voor mij huisarts zijn, huisarts zijn maakt. Namelijk: je patiënten door en door kennen en de mens in al zijn facetten bekijken.”
Extra opvolger
Zelf zoeken ze ook nóg een opvolger voor Yvonne, want Wendy gaat niet vijf dagen in de praktijk werken. “Waarnemers hebben tegenwoordig de luxe om te kiezen”, zegt Wendy. “Het is dus belangrijk om open te staan voor iemands wensen, anders ga je elkaar niet vinden.”
Yvonne: “Iedere huisarts wil zijn of haar patiënten in goede handen achterlaten. Het is fijn als je een opvolger vindt met eenzelfde visie en je eerst een periode samen kan werken. We doen het nu echt samen, waardoor ik langzaam kan afbouwen en meer tijd overhoud voor andere dingen, zoals mijn werk als kaderarts palliatieve zorg.”
Wat neem je over?
Door het proces draagt ze met een goed gevoel haar praktijk over. Een praktijk die er totaal anders uitziet dan toen ze in 1997 startte. Dat komt vooral, doordat de zorgvraag is toegenomen en complexer is geworden. De rol van ‘de dokter’ is veranderd. De huisarts heeft niet langer één assistent, maar een heel team ter ondersteuning. Voor de praktijken van Yvonne, Wendy en Frank werken in totaal dertien mensen. “Voor het personeel kan een overname ook nog best spannend zijn, vooral als iemand helemaal nieuw is. Gelukkig kent iedereen Wendy hier al.”
Verder komt er zakelijk gezien niet meer zo veel bij kijken. “Eigenlijk neem je alleen de apparatuur over”, vertelt Yvonne. “Vroeger was het ook gebruikelijk dat je de goodwill overnam. De opvolger betaalde dan een bedrag voor de patiëntengroep. Dat was het pensioen van de huisarts. Wij hebben nu een pensioenfonds, dus meestal gebeurt dat niet meer. Wij hebben het er in elk geval niet over gehad. En dat hoeft ook helemaal niet.”